Karlijn Swinkels (25) uit Handel is dit seizoen een van de openbaringen in het vrouwenwielrennen. Ze ontwikkelt zich ijzersterk en eindigde onlangs in de top tien van de Ronde van Vlaanderen. In het peloton fietst ook haar jongere zus Sylvie (23), uniek in het profwielrennen. Sylvie: “We fietsen dan wel bij een andere ploeg, maar we proberen elkaar altijd beter te maken.”

Karlijn begon met fietsen bij Wielervereniging Uden. Twee jaar later volgde haar zus. “We hadden daar een fijne vriendengroep”, zegt Sylvie. “Op een gegeven moment zijn we allebei naar een andere ploeg gegaan. Bij de senioren hebben we een jaar samen gefietst. Het is leuk dat we nu allebei bij een professionele World Tour-ploeg zitten en elkaar in de koers weer tegenkomen.”

Het is niet zo dat ze in het peloton constant met elkaar bezig zijn. Toch komt het regelmatig voor dat de ene zus aan de ander denkt tijdens een wedstrijd. “Bij een valpartij kijk ik snel rond of Karlijn ongedeerd is. Dat doe ik ook met mijn teamgenoten. Als alles goed is, valt er een last van mijn schouder”, aldus Sylvie.

De komende weken zijn de zussen thuis in Handel waar ze zich voorbereiden op de rest van het seizoen. Sylvie: “Als de programma’s het toelaten, trainen we samen. Ook praten we met elkaar over hoe we nog betere wielrenners kunnen worden. Van een concurrentiestrijd is absoluut geen sprake. Hoe we als mens zijn? We lijken op elkaar, maar het grote verschil is dat Karlijn meer een prater is.”

De zussen ontwikkelen zich uitstekend in het profpeloton. Karlijn: “De afgelopen drie seizoenen bij Team Jumbo-Visma was er sprake van veel structuur. Het was voor iedereen duidelijk wie de kopvrouwen waren. Bij mijn huidige werkgever UAE Team ADQ krijg ik een vrijere rol om mezelf te ontdekken. Als ik goede benen heb en kansen zie, dan heb ik de vrijheid om in een kopgroep mee te gaan.”

“In de klassiekers kan ik mee met de besten en ook bergop heb ik me sterk verbeterd. Vanuit mijn ploeg en het peloton krijg ik positieve reacties", vertelt de voormalig wereldkampioen tijdrijden bij de junioren. "Overigens is het niet altijd fijn hoor, want als ik bij een ontsnapping zit, zullen ze me niet zomaar vooruit laten rijden."

Deze twee seizoenen wil Karlijn meer stappen zetten richting de top. "De komende weken ga ik me richten op de Vuelta, waar ik me focus op de overgangsetappes en probeer voor dagsucces te gaan. Voor de sprint en het klassement zal ik het team helpen. Het is mooi om een afwisseling te hebben waarbij je knecht in de ene etappe en de support krijgt in een andere etappe, waar je dan dus voor een mooi resultaat mag gaan."

Voor Sylvie is dit seizoen Roland Cycling Team haar eerste World Tour-ploeg. “Daar heb ik als kind al van gedroomd. De afgelopen jaren heb ik geproefd aan het allerhoogste niveau toen mijn vorige ploeg een wildcard kreeg. Maar ik merk nu aan alles dat ik bij een topploeg fiets. Qua voeding bijvoorbeeld is alles perfect geregeld en we fietsen met het allerbeste materiaal.”

Ze is als jonkie in een ervaren ploeg vooral de specialist in het aantrekken van de sprint. “Ik fiets voornamelijk in dienst van de ploeg, maar ik ga later dit seizoen mijn kansen krijgen. Uiteindelijk wil ik zelf ook mee gaan doen om de winst. Sprinten ligt me wel, net als een proloog."

In de top van het vrouwenwielrennen is de tijd van koelkastcontracten voorbij. Er worden serieuze bedragen in de sport gestopt. Karlijn: “Mijn ploeg kijkt met een frisse blik naar het wielrennen. De rensters krijgen mooie contracten en ze kijken echt wat er voor de sporters nodig is om zo goed mogelijk te presteren."

De toegenomen financiële mogelijkheden komen voor een groot deel door de media-aandacht. “We komen meer op televisie, er zijn meer fans en dat is aantrekkelijker voor sponsoren. Het is een wisselwerking. Door de hogere salarissen gaan knechten vaak langer door. De combinatie van ervaren krachten en talenten zorgt voor een hoger niveau."

Karlijn en Sylvie hopen nog veel mooie resultaten neer te zetten. Een gezamenlijk doel hebben ze ook: “Het zou leuk zijn om ooit nog eens samen op het hoogste niveau in een team te rijden.”

PSV wil het Philips-Stadion uitbreiden met 10.000 extra plekken tot een capaciteit van 45.000 toeschouwers. De club heeft een onderzoek laten doen naar de mogelijkheden en daaruit is gebleken dat er ruimte is voor groei.

De plannen zijn nog niet in beton gegoten: het kostenplaatje moet nog rond worden gemaakt en er moeten nog bouwkundige onderzoeken gedaan worden. Maar de ambitie in Eindhoven is er, zo meldt de club op zijn website.

PSV kampt al jaren met lange wachtlijsten van supporters die een seizoenkaart willen. Vorig jaar september maakte PSV daarom bekend dat ze een bureau in de arm nam om onderzoek te doen.

Onderzoeksbureau Hypercube, specialist als het gaat om economische vraagstukken op het gebied van sport en mobiliteit, keek onder meer naar het technische beleid van de club, de commerciële groei en de personeelsbegroting. Daarnaast werden de jeugdopleiding, het vrouwenvoetbal en de ontwikkelingen in de regio onderzocht. Daaruit blijkt dat het stadion op een gunstige plek ligt en dat er ruimte is voor groei.

Nu kunnen er iets meer dan 35.000 mensen in het Eindhovense stadion. Het meest ambitieuze scenario is om uit te breiden met 10.000 plaatsen. Algemeen directeur Marcel Brands houdt daarvoor nog wel een slag om de arm. "Vooruitkijken is belangrijk. Wij willen ambitie uitstralen en delen dezelfde visie als onze raad van commissarissen. Daarmee zeg ik niet dat we morgen het stadion gaan uitbreiden naar 45.000 plaatsen. Daarvoor zijn nog vele stappen te maken.”

Op dit moment wordt berekend wat de kosten zijn en of het technisch haalbaar is. Clubicoon Willy van de Kerkhof liet maandag in de Willy en René Podcast van Omroep Brabant al doorschemeren dat er voorzichtig concretere plannen worden gemaakt. “Er worden al tekeningen gemaakt voor extra plekken achter de doelen en ik hoorde dat die binnen twee weken worden gepresenteerd", zei hij.

DIT VIND JE OOK INTERESSANT:

Clubicoon Willy van de Kerkhof zou graag willen dat PSV de stadioncapaciteit van Ajax krijgt

PSV heeft nog altijd minder ruimte in het stadion dan Ajax en Feyenoord

De regen valt dit voorjaar met bakken uit de hemel. Dat is slecht nieuws voor alle zonaanbidders, maar juist heel goed nieuws voor natuurgebied De Peel. Er staat nu eindelijk weer genoeg water in het gebied om het hoogveen te laten herstellen. Hoogveen dat door de droogte dreigde te verdwijnen.

De regendruppels lopen langs haar gezicht, wanneer we haar spreken, maar boswachter Lieke Verhoeven laat zich er niet door uit het veld slaan. "Dit is echt heel goed voor De Peel", zegt ze.

De Peel is een uniek stukje natuur. Het is een van de laatste plekken in Nederland waar hoogveen voorkomt. Maar de laatste jaren werd het hoogveen bedreigd door de droogte. "Hoogveen is nat en moerasachtig", legt Lieke uit. "Door de droogte van de afgelopen jaren heeft het veel schade opgelopen. De bodem is verdroogd. Daardoor zijn er planten en bomen gaan groeien die beter tegen droogte kunnen. Maar die verdringen planten die eigenlijk in het hoogveen thuishoren." 

Om water langer vast te houden is het natuurgebied opgedeeld in vakken die zijn omringd door kades en dammen. Lieke loopt met haar laarzen een stuk het water in. Het komt al bijna tot haar knie. "Doordat het zoveel geregend heeft de afgelopen maanden staat er weer genoeg water in De Peel. Door de damwanden en kades kan het water niet zomaar van de ene naar de andere kant lopen. Zo kunnen we het water beter en langer vasthouden in het natuurgebied. En dat is wat hoogveen nodig heeft."

Lieke wroet wat in het water en haalt een hand mos naar boven. "Kijk, dit is veenmos. Je kan het niet zo goed zien, maar het water zit er vol mee. Een belangrijke eigenschap van veenmos is dat het heel goed water vast kan houden, als een soort spons. En dat is belangrijk voor het hoogveen. Dat hier weer volop veenmos groeit, is echt een heel goed teken."

Een ander goed teken is de aanwezigheid van een koppel kraanvogels. Die houden van hoogveen en natte heide. "Voor het eerst in lange tijd worden er hier weer kraanvogelkuikens geboren. Dat is geweldig."

Het herstel van het hoogveen in De Peel is nu dus echt begonnen. Maar we zijn er nog niet, waarschuwt Lieke. "Of het genoeg is en of het water lang genoeg bewaard zal blijven om de zomer door te komen, dat moet de tijd uitwijzen. Ik heb er wel vertrouwen in. Maar van mij mag het best nog even blijven regenen", voegt ze er lachend aan toe.